Het CBS meldt dat Nederlandse ouders binnen de EU het vaakst van kinderopvang gebruik maken, maar dat met weinig uren doen ten opzichte van andere Europese landen. Dit blijkt op basis van een analyse van data van Eurostat, het Europees statistisch bureau.
Het gebruik van kinderopvang wisselt zeer sterk in Europa. In verscheidene Europese landen is het gebruik van kinderopvang (afgemeten in uren) veel groter dan in Nederland en in een behoorlijk aantal landen (met name Oost-Europese landen) een stuk kleiner. De toegankelijkheid van kinderopvang is daarvan een belangrijke oorzaak.
Sterke infrastructuur voorschoolse voorzieningen in Nederland
In Nederland wordt het vaakst gebruik gemaakt van kinderopvang voor kinderen onder de drie jaar. Dit hangt deels samen met ouderschapsverlofregelingen die in verscheidene landen ruimer zijn dan in Nederland, maar de belangrijkste oorzaak is de sterke infrastructuur van voorschoolse voorzieningen in Nederland.
Het peuterspeelzaalwerk en kinderopvang hebben samen een aanzienlijk bereik onder jonge kinderen, daar waar in andere landen onder voorschoolse voorzieningen veel versnippering (of gebrek aan) is. Als gevolg van de harmonisatie van kinderopvang en peuterspeelzaalwerk wordt het voorschoolse domein in Nederland nog effectiever ingericht.
Denemarken koploper gebruik kinderopvang
Denemarken is koploper in het gebruik van kinderopvang (70% van de kinderen maakt gebruik van kinderopvang). Dit komt door de goede toegankelijkheid van kinderopvangvoorzieningen in het land en een hoog aandeel werkende vrouwen, waarvan het overgrote deel fulltime werkt. Ook in andere Scandinavische landen is het gebruik hoog. In Oost-Europese landen is het gebruik veruit het laagst.
Nederland scoort met 45% in de middenmoot. Opvallend is in Nederland het hoge gebruik van niet-formele wijzen van opvang (door kennissen of grootouders).
Het artikel van het CBS vindt u hier.